zondag 23 januari 2011

Het graf


De man in het trainingspak bleef staan en staarde hem aan met een kwade blik . Tom’s hart bontste in zijn keel. En opnieuw stelde hij de vraag ‘Wie bent u? Wat wilt u van mij?’ Na een minuut stilte deed de man een zaklamp aan. Tom riep ‘He wat doe je, je verblind me!’ Zijn woorden waren nog maar pas uitgesproken toen iemand hem langst achteren beet greep en hem in het graf duwde. ‘Jij bent een moordenaar jij’ zei de man. ‘Jij hebt mijn kind vermoord! Een half jaar geleden toen je op een avond met een vriendin in een auto naar huis reed. Je snelheid was hoger dan maximum toegelaten, je reed haar aan en pleegde vluchtmisdrijf! Dat was mijn vriendin met ons ongeboren kindje! 
Nooit heeft de politie je te pakken gekregen, maar ik weet zeker dat jij het bent ! Door jou zit mijn vriendin in een psychiatrische instelling, en ben ik mijn kind kwijt! Ik beloof je dat dit je nog lang zal bij blijven!’ Zei de man met een kwade stem. Hij nam de schop en begon het graf toe te leggen. Tom riep nog ‘He ik ken je vriendin helemaal niet! Stop! Stop!’ Maar de man had er geen oren naar en bleef verder doen tot het graf helemaal toe was. De volgende ochtend toen de grafdelver kwam nakijken of alles in orde was voor de begrafenis van Meneer Van Roos schrok hij zich een ongeluk toen hij zag dat het graf toe lag. Hij belde meteen naar zijn collega’s en samen onderzochten zij het graf. Het lijkt van Tom werd gevonden en iedereen was aangedaan en stelde zich vragen bij zijn dood. Maar de moordenaar van Tom werd nooit gevonden. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten